zondag 25 augustus 2019

INLEIDING VAN DE VERTALER - Het werk van Valentin Tomberg als de gereïncarneerde Hermes Tresmegistos en de Maitreya Bodhisattva van de 20ste eeuw over de Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner


Het eerste en tweede deel van dit driedelig werk over de Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner, die hij uitsprak t.g.v. de heroprichting van de Antroposofische Vereniging tijdens de Kerstbijeenkomst 1923 in Dornach, Zwitserland, werd door de op 26 februari in 1900 te Sint Petersburg geboren en in 1970 te Majorca gestorven Valentin Tomberg (zie beeld) als manuscript te Tallinn, Estland tussen 1936 en 1938 uitgegeven. Het derde en laatste deel werd in 1939, eveneens als manuscriptdruk, uitgegeven, maar te Rotterdam, de stad waarnaar Valentin Tomberg vanuit Estland, waar hij secretaris-generaal was van de Antroposofische Vereniging, op verzoek van Hollandse vrienden was verhuisd c.q. gevlucht. Later heeft hij nog vier jaar op de Berkelstraat in de Rivierenbuurt hier te Amsterdam gewoond, een stad die hij geestelijk heeft vergeleken met de deltastad Alexandria in het oude Egypte[1], en waar hij ook betrokken raakte bij het verzet.[2] In 1944  vertrok hij op aanraden van een naaste vriend en zijn latere uitgever, de Duitse jurist Ernst von Hippel, vanwege veiligheidsoverwegingen naar Keulen, alwaar hij aan de universiteit, onder de bombardementen van de geallieerden, een proefschrift schreef over de Degeneratie en de Regeneratie van het Volkerenrecht. Het duurde echter nog zo’n zestig jaar voordat in 1993 dit baanbrekend werk in het oorspronkelijke Duits Die Grondsteinmeditation Rudolf Steiners door Martin Kriele als uitgever in de Achamoth Verlag in Zuid-Duitsland in boekvorm werd uitgegeven onder de redactie van Willy Seiss.
 
Dit is nu het derde werk van Valentin Tomberg dat in Nederland verschijnt en in druk als studie-uitgave beschikbaar, nadat als eerste werk zijn in 1938 voor de Antroposofische Vereniging gehouden voordrachten te Rotterdam onder de titel  Innerlijke ontwikkeling bij Uitg. Achamoth in 2014 verschenen zijn en twee jaar later zijn eveneens in Rotterdam gehouden voordrachten over De vier Christusoffers en de wederkomst van Christus in het etherische zijn uitgekomen. In dit door Uitgeverij Nearchus uitgegeven werk schrijft Catharina Barker, die na de dood van haar man Willy Seiss in 2013 de Uitgeverij Achamoth in Zuid-Duitsland leidt, in haar voorwoord het volgende: “In het werk van de eerste uitgever van het werk van Valentin Tomberg, Willy Seiss, bevindt zich een notitie die luidt: ‘De Graal is op vele manieren te vinden, echter wel onder een voorwaarde: kennis van het wezen van de Bodhisattva. De Bodhisattva is de Christusverkondiger bij uitstek.' Hij leefde in Valentin Tomberg ook ten tijde van zijn werken in Nederland. Moge dit boek daarvan getuigen.” 
            Dit, en de opvatting dat Valentin Tomberg naar eigen zeggen nota bene de wedergeboren Hermes Tresmegistos was, de stichter van de oud-Egyptische beschaving, die het astraallichaam van Zarathoestra droeg en dat deze Zarathoestra  wedergeboren werd als Rudolf Steiner, wordt nader uitgewerkt in Deel B van een aan Christian Lazaridès en Segeij Prokofieff gericht schotschrift Der Kampf gegen Valentin Tomberg und seine geisteswisenschaftlich erforschte Christosophie  van Willy Seiss en vooral in diens 33 occulte onderwijsbrieven Chakra-Werk, beide alleen verkrijgbaar van de Uitgeverij Achamoth. Dit, en Valentin Tombergs relatie met de Maitreya Boeddha wordt tevens  nader toegelicht in een weergave van twee voordrachten van Willy Seiss die onder de titel Die Grundsteinmeditation von Rudolf Steiners als Vorbereitung für das Wirken des Bodhisattvas tevens bij Uitgeverij Achamoth zijn verschenen, waarin hij aan de hand van bv. de zinsnede "dat goed worde", uiteenzet dat de Grondsteenmeditatie mede door een inspiratie van de Maitreya Boeddha tot stand is gekomen .

De geestelijke identificatie van Valentin Tomberg met Hermes werd ook tot uitdrukking gebracht in de uitnodiging tot het bijwonen van een op 1 juli 2017 in Soesterberg plaatsgevonden bijeenkomst onder de titel “Het hermetische werk van Valentin Tomberg in samenhang met de geesteswetenschap van Rudolf Steiner” en een boekpresentatie van  deel 1 van de Meditaties op de Grote Arcana van de Taro van Valentin Tomberg in de vertaling van Maria Schokking-Dufour door de Uitgeverij Nearchus. Daarin schrijft het Achamoth-team het volgende (overigens zonder verdere bronvermelding): 

“Zeer vereerde vrienden en geïnteresseerden in het antroposofische en hermetische werk van Rudolf Steiner en Valentin Tomberg,  Zoals U weet, is het levenswerk van Rudolf Steiner, de antroposofie, een ‘wederopstanding van de Egyptische Mysteriën’, zoals Rudolf Steiner herhaaldelijk zelf heeft gezegd.  Wie was nu de grondlegger van deze Egyptische mysteriën? Dat was Hermes, die het astraallichaam van de grote Zarathustra erfde en sindsdien dit astraallichaam draagt, of anders gezegd, in bewaring heeft gekregen. Deze individualiteit was bijna iedere eeuw geïncarneerd, want hij is de toekomstige Bodhisattva Maitreya, die eens ‘het Goede’ zal brengen. - Deze individualiteit leefde ook in Valentin Tomberg van wie bekend is, toen men bij hem aandrong de vraag te beantwoorden of HIJ de Bodhisattva was: ‘Vraagt U mij liever wie ik was in de Egyptische tijd!’ Toen de vragensteller tot driemaal toe vasthield aan de vraag naar de identiteit van de Bodhisattva, zei Tomberg in alle rust: ‘Hermes, ik was Hermes ten tijde van de Egyptische cultuurperiode.’ Immers, niemand zal direct van zichzelf zeggen dat HIJ de Bodhisattva is.”
            
Hiertoe het volgende: In mijn inleiding op de openbare 9de lezing in het Ita Wegmanhuis in dit voorjaar (2019) van de “Antroposofische beschouwingen over het Nieuwe Testament” van Valentin Tomberg over de eerste drie stadia van de Lijdensweg heb ik een passage uit het destijds nog niet, maar intussen wel verschenen 3de deel van het boek Meditaties op de Grote Arcana van de Tarot  - Christendom en Hermetisme, een verkenningstocht van Valentin Tomberg over de 21ste Arcana van De Nar voorgelezen en becommentarieerd. Na een passage over het debacle van de theosofische "Ster van het Oosten" –  die in 1912 Krishnamurti als de grote wereldleraar had aangekondigd, maar die dat later zelf ontkende – komt de volgende passage waarin de auteur zichzelf indirect als de Bodhisattva van de 20ste eeuw identificeert (in mijn vertaling): 

"’Veel terughoudender en zonder een bepaalde persoonlijkheid als kandidaat te noemen, voorspelde de oprichter van de Antroposofische Vereniging, Doctor Rudolf Steiner – nog voor de eerste helft van de 20ste eeuw – de verschijning niet van de nieuwe Maitreya of de nieuwe Avatar Kalkin, maar veeleer van de Bodhisattva, d.w.z. de individualiteit die de toekomstige Boeddha zal worden voor wiens activiteit, zoals hij hoopte, de Antroposofische Vereniging als werkterrein zou dienen. Nieuwe schok! Dit keer gold de schok niet de fout met betrekking tot de te verwachten persoonlijkheid, noch tot het tijdpunt van het begin van diens activiteit, maar veeleer de overschatting  van de Antroposofische Vereniging van de kant van haar oprichter: aldus kwam er niets uit.
            Hoe dan ook, de idee en verwachting van de aankomst van de nieuwe Boeddha en de nieuwe Avatar leeft tegenwoordig zowel in de westerse wereld alsook in het Morgenland. Er is veel verwarring over dit vooral van de Theosofen uitgaande idee [zoals bij wijlen Benjamin Creme], maar er zijn ook geesten die daarin helder zien.  Rudolf Steiner bij voorbeeld zag daarin zeer duidelijk; van al datgene wat men publiekelijk gezegd en geschreven heeft is het meest doeltreffend wat door Rudolf Steiner werd gezegd. Hij was tenminste op het goede spoor.
            Wanneer we nu hetzelfde spoor volgen – dat aan het hoogtepunt van de versmelting van spiritualiteit en intellectualiteit grenst – komen we tot de volgende opvatting:
            Daar het om het werk van de versmelting van openbaring en kennis gaat, van spiritualiteit en intellectualiteit, gaat het vooral om de versmelting van het principe van de Avatar met de Boeddha. M.a.w. de door de Hindoes verwachte Kali-Avatar en de door de Boeddhisten verwachte Maitreya-Boeddha zullen zich in een enkele persoonlijkheid manifesteren. Maitreya-Boeddha en Kalki-Avatar zullen op het historische plan een en hetzelfde zijn.
            Dat wil zeggen dat de te verwachten Avatar ‘met het reusachtige lichaam en de paardenkop’ en de Boeddha ‘die het Goede zal brengen’, allemaal een en dezelfde persoonlijkheid zullen zijn. En deze persoonlijkheid zal voor de volledige vereniging van het meest verheven humanisme – het principe van de Boeddha’s - en de hoogste openbaring – het principe van de Avatars – dermate veel beteken dat zowel de geestelijke wereld alsook de menselijke wereld en in overeenstemming met hen zal spreken en handelen. Met andere woorden: de Boeddha-Avatar van de toekomst zal niet alleen van het Goede spreken, maar hij zal het Goede uitspreken; hij zal niet alleen de weg van het heil leren, hij zal op deze weg voortschrijden; hij zal niet alleen de diepe betekenis van de openbaring verklaren,  hij zal niet alleen de mensen tot echte getuigen van deze wereld maken, maar zal de mensen zelf tot stralende ervaring van de openbaring doen bereiken, dermate dat niet hij het zal zijn die gezag zal winnen, maar veeleer Degene ‘die het Licht van de wereld is dat alle mensen verlichten die in deze wereld komen’ – Jezus Christus, het vlees geworden Woord die de weg, de waarheid en het leven is. De Missie van de komende Boeddha – Avatar zal dus niet de stichting van een nieuwe religie zijn, maar de mensen tot de directe ervaring van de bron zelf van alle openbaring laten komen die ooit van boven door de mensheid werd ontvangen, evenzo als tot die wezenlijke waarheid die ooit daardoor begrepen werd. Niet naar nieuwigheid zal hij wijzen, maar naar de bewust zekerheid van de eeuwige waarheid.’

Wanneer men deze passage toepast op de biografie van Valentin Tomberg – als de naar eigen zeggen gereïncarneerde Hermes – en het feit dat Rudolf Steiner heeft gezegd dat de Maitreya Bodhisattva  in het jaar 1900 was geboren met de eigenlijk missie om de verschijning van Christus in het etherische te verkondigen en dat hij daarmee in de jaren dertig zou beginnen, dan past dit precies op de levensloop en het levenswerk van de schrijver, en wel in die zin dat nadat hij zich genoodzaakt zag om zichzelf in 1940 uit de Antroposofische Vereniging terug te trekken dit tot resultaat had dat daarmee ook de goddelijke inspiraties van de Avatar-Kalkin zich blijkbaar terugtrokken en Valentin  Tomberg zijn levenswerk slechts als de vernieuwer van het christelijke hermetisme voortzette in het kader van het meest verheven humanisme van het Boeddha-gedeelte van zijn missie, dus zonder eerder de op de basisbegrippen van de antroposofie ontwikkelde hoge goddelijke openbaringen. Zijn missie om als de Maitreya-Bodhisattva binnen de Antroposofische Vereniging verder te werken werd door een schrijnend gebrek aan erkenning en spirituele verdraagzaamheid door de toenmalige voorzitter Zeylmans van Emmichhoven helaas verhinderd, om niet te zeggen geaborteerd, met al de desastreuze gevolgen voor zowel de Vereniging en de wereld van dien! Want die zou er immer anders uit hebben gezien als de Maitreya-Bodhisattva het gegund zou zijn gewest om zijn missie binnen de Antroposofische Vereniging verder uit te dragen…

Nu behoeven deze ietwat programmatische verwijzingen naar de identificatie van Hermes Tresmegistos met Valentin Tomberg en diens relatie met de Maitreya Boeddha van de 20ste eeuw natuurlijk een gedegen geesteswetenschappelijk onderbouwing, die hier niet gegeven kan worden en blijft deze door velen betwijfelde dan wel fel bestreden identificatie dus niet meer dan een gewaagde stelling. Maar met de aangegeven literatuur en de nu voorhanden drie werken in druk van Valentin Tomberg  tezamen met diens door mij tussen 2014 en 2016 vertaald en op internet geplaatste Antroposofische beschouwingen over het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Apocalyps van Johannes als een bijdrage aan het door Rudolf Seiner vanuit de geestelijke wereld op aarde gebrachte Nieuwe Christendom, plus Valentin Tombergs in het Nederlands ter beschikking gekomen werk in drie delen over de Grote Arcana van de Taro zou er een begin met een dergelijke onderbouwing gemaakt kunnen worden door te vervolgen hoe in al deze werken (en overigens ook in al zijn zgn. post-antroposofische werken)  het voorchristelijke hermetische credo van “wat is boven, is als wat is beneden” nu  op een esoterisch-christelijke wijze zijn weerslag vindt.[3] Daarbij komt wat betreft de Grondsteenmeditatie en dus daarmee de heroprichting van de Antroposofische Vereniging tijdens de Kerstbijeenkomst 1923/24 in een nog heel ander licht te staan dan tot nu toe veelal is gezien, namelijk als niets anders dan in navolging van Jezus Christus een bijdrage door Rudolf Steiner en de zijnen aan de stichting van Gods Rijk op aarde.[4] Hierop ik al eerder heb gewezen, o.m. als onderdeel van mijn twee (vergeefse) pogingen om in die zin het voorzitterschap van de AViN vorm te geven zoals bv. In navolging van Christus - Het grondvesten van Gods Rijk op Aarde middels het realiseren van de statuten van de Antroposofische Vereniging en in mijn bijdragen in 2016 aan de viering van de 500ste sterfdag van Jeroen Bosch in het kader van de Willehalm Ridderorde van het Woord (i.o.) zoals Wereldvredesbond van oases der menselijkheid, een vredesinitiatief met de "Tuin der hemelse vreugde" van Jeroen Bosch als boegbeeld. 
           
Ik hoop dus dat door het in toekomst ter beschikking te kunnen stellen van dit drieledig werk vooral voor het bestuur, (ex)leden en vrienden van de Antroposofische Vereniging een verdere bijdrage gegeven kan worden tot de nodige rehabilitatie en het eerherstel van binnen de Vereniging nog steeds zo onterecht verguisde Valentin Tomberg, en dat dit werk eindelijk zijn verdiende plaats kan krijgen in de bijeenkomsten in de reeks die de AViN al jaarlijks organiseert over de Grondsteenmeditatie. (Update: Deze hoop is tot nu toe, ik schrijf dit op 10 augustus, 2022, niet uitgekomen.)
            Om dit werk van Valentin Tomberg zijn welverdiende plaats binnen de AViN te geven, gingen vier pogingen aan vooraf, waarvan de laatste op 5 en 6 januari 2018 tijdens de Grondsteenconferentie in Zeist deels geslaagd is. Hoe die zijn verlopen is na te lezen in het Nawoord. Over pogingen hetzelfde te bereiken binnen de Algemene Antroposofische Vereniging middels o.m. moties aan de laatste twee Algemene Ledenvergaderingen zie hier.
            Verder verwijs ik naar een Engelse brochure van 28 bladzijden onder de titel Rudolf Steiner’s Idea of Social Organics – A New Constitutional Principle of Civilization die tijdens een internationale sociaalwetenschappelijke bijeenkomst van vooraanstaande Russische intelligentsia en genodigden recentelijk in Moskou gepresenteerd kon worden, waarin o.m. de heroprichting van de Antroposofische Vereniging tijdens de Kerstbijeenkomst 1923 als de vierde ontwikkelingsfase van het nieuwe beschavingsprincipe, de sociaalorganica, die geïnaugureerd werd met Rudolf Steiners Memoranda in 1917 aan de regeringen van de Duitse en Oostenrijkse keizers, werd voorgedragen. 
            Deze werkvertaling kan tevens gezien worden als een bijdrage aan mijn recente oproep om een werkgroep “100 jaar Antroposofische Vereniging 1923-2023 – Incarnatie van de geest en transsubstantiatie van de materie” te vormen. Deze oproep werd in een ietwat andere formulering als “100 jaar Kerstbijeenkomst 1923” herhaald tijdens een spreekbeurt op een plenaire bijeenkomst van de Sociaalwetenschappelijke Sectie van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen in Nederland  op 4 mei 2019 die in goede aarde is gevallen en waarvan een eerste verkenningsbijeenkomst op 20 augustus is gehouden die door een tweede zal worden voortgezet om te kijken of op deze wijze  de impuls voor het herinneren aan, het bezinnen op en het vernieuwen van de impuls van de Kerstconferentie van 1923/24  nieuw leven ingeblazen kan worden.
 
Robert Jan Kelder
Willehalm Instituut



[1] Zie de bijdrage van Harrie Salman “Die Wirkung von Valentin Tombergs Tätigeit und seinen Schriften in den Niederlanden“ in V. Tomberg e.a Valentin Tomberg/ Leben – Werk – Wirkung, Band III, (Novalis Verlag, Steinbergkirche/ Neukirchen 2016)  p. 196 (in mijn vertaling: „In de 30ste week van zijn  Onze Vader cursus [Uitg. Achamoth, Taiserdorf, 2009, Deel II] vergeleek Valentin Tomberg Holland en zijn rivierendelta met de Nijldelta in Egypte. Holland zou de taak hebben om polariteiten te verbinden (b.v. kennis en openbaring, vrijheid en autoriteit, traditie en vooruitgang). Amsterdam zou in dit beeld het nieuwe Alexandria zijn. Hier diende de geestelijke traditie van Egypte zich verder te ontwikkelen.”
[2] Zie ook de bijdrage van Harrie Salman “De eeuwige pelgrim” in Kiemen voor een spirituele cultuur – Biografische schetsen van twaalf antroposofen in de 20e eeuw, Maurits in ’t Veld (redactie), Kamerling, Zutphen 2006, p. 218: ‘In de laatste oorlogsjaren werd het leven voor Tomberg moeilijk. Hij gaf privélessen in talen, geschiedenis en theologie. Hij was ook actief in het verzet en hielp neergeschoten Engelse vliegers te verbergen.” 
[3] Om tot de geestelijke grootte van Valentin Tomberg en zijn nooit verbroken innige relatie tot Rudolf Steiner door te dringen is o.m. ook mijn bericht “De vierde persoonlijkheid – tekst van en commentaar [van Willy Seiss] op de door Rudolf Steiner op 23 december 1923 gehouden ES aan de vooravond van de Kerstbijeenkomst” van belang. Daarin wordt namelijk gewezen op het feit dat Rudolf Steiner nog een zevende persoonlijkheid, de vierde van de lagere drie, te weten Albert Steffen, Günther Wachsmuth en Elizabeth Vreede, in het bestuur van de nieuw op te richten Antroposofische Vereniging wilde opnemen, maar de naam van deze persoon  (Valentin Tomberg dus) toen nog niet bekend wilde maken.
[4] Dit volgt o.m. uit wat Valentin Tomberg in zijn beschouwingen over het NT schrijft: “Wie de grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner met het bovenstaande vergelijkt, zal kunnen begrijpen, dat vandaag op een geheel andere wijze de laatste drie spreuken van de Zaligsprekingen door Rudolf Steiner zijn opgestaan. Want bij deze drie spreuken van de Vader, de Zoon en de Geest gaat het om een opstanding van de drie laatste Zaligsprekingen van de Bergrede.” Zie hoofdstuk 5 “Zielsmatige ontwikkelingswegen en geestelijke lotswegen in verband met de zaligsprekingen van de Bergrede” Par. 3: “De kosmische betekenis van de Zaligsprekingen van de Bergrede”, voetnoot 2.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

INHOUDSOPGAVE

Inleiding van de vertaler: Het werk van Valentin Tomberg als de gereïncarneerde Hermes Tresmegistos en de Maitreya Bodhisattva   van...